Vioolschool

Accademia Filarmonica Utrecht

Inhoud

Vioolschool Accademia Filarmonica

De Accademia Filarmonica is een particuliere muziekschool en is in 1973 opgericht door Johannes Lievaart. Sinds 1983 is het een school voor Suzuki-vioolonderwijs.

Suzuki’s doel was veel breder dan kinderen leren muziek te maken. Het doel van het muziekonderwijs bij de Accademia is dan ook het tot ontplooiing brengen van de bij alle kinderen aanwezige talenten.

Lees meer over de Suzuki-methode.

De werkwijze van de Suzuki-methode houdt in dat we moeten aansluiten bij het enorme leervermogen dat heel jonge kinderen allemaal van nature hebben. Er wordt wel eens gesteld dat kinderen in hun eerste levensjaren meer leren dan in hun hele verdere leven daarna. Maar dan moeten we wel aansluiten bij de kinderlijke gedachtewereld. Wanneer we dat doen, blijken kinderen tot heel veel in staat. Volgens Suzuki gaat het om drie belangrijke punten:

  • Jong beginnen
  • Een stimulerende omgeving
  • Een goede methodische aanpak.


Op die manier kunnen kinderen van vier jaar oud, soms zelfs al jonger, heel goed een muziekinstrument leren bespelen.

Lesprogramma

Het lesprogramma wordt stapsgewijs opgebouwd. Het begint met een observatieperiode voor ouder en kind, waarin zij bij lessen van andere kinderen zitten en zo wennen aan de omgeving, de leraar en de gang van zaken.

Zo wordt het kind heel geleidelijk in de wereld van de muziekles binnengeleid. 

Tijdens deze observatieperiode wordt ook de theoretische oudercursus gepland en kunnen ouder en kind meedoen met de wekelijkse klaples op zaterdag. 

Na de observatieperiode beginnen dan de echte lessen. Leerlingen van de Accademia Filarmonica komen wekelijks twee keer op les: de individuele les en de groepslessen op zaterdagochtend.

Rol van de ouder

Voordat het kind aan de individuele lessen begint, wordt de ouder op drie manieren op zijn rol voorbereid:

Theoretische oudercursus

Ten eerste is er een theoretische oudercursus van vijf avonden, waarin de werkwijze van Suzuki wordt besproken, samen met de fysieke en emotionele ontwikkeling van kinderen en hun leerstijlen. En natuurlijk ook een aantal praktische zaken.

Vioolles

Ten tweede krijgt de ouder zelf les in de beginselen van het vioolspel. Die ervaring helpt om het kind beter te begeleiden bij zijn eerste streken op het instrument. Geleidelijk aan krijgt het kind ook een klein lesje, dat na verloop van enkele maanden steeds langer wordt, terwijl de ouderles korter wordt. Na enige tijd stopt de ouderles en krijgt alleen het kind individuele les van de leraar.

Ouder-groepslessen

Ten derde zijn er de zaterdagse ouder-groepslessen, waar de ouders de eerste tijd met elkaar de in hun les geleerde basistechnieken oefenen. Deze activiteiten van de ouders blijken voor het studeren met het kind van grote waarde te zijn.

 

Individuele lessen

Beginnende kinderen

Nieuwe inschrijvingen komen in de zogenaamde pre-twinklers groep. Zij observeren bij individuele lessen en de groepslessen en doen mee met de klaples. Een paar keer per jaar begint een nieuwe oudercursus en tegelijk daarmee beginnen de individuele lessen. Voor oudere beginners worden wel eens uitzonderingen gemaakt, zodat zij een wat versneld traject
kunnen afleggen.

De ouder krijgt de wekelijkse individuele les van 20 minuten, maar het kind kan beginnen zo gauw het eraan toe is en krijgt een kort lesje van een paar minuten. Thuis wordt ook begonnen met een paar minuten per dag te oefenen. Het lesje aan het kind wordt uitgebreid, zodat er na enige tijd geen tijd meer is voor de les aan de ouder, maar die zal tegen die tijd geen moeite meer hebben met het spelen van de variaties op Kortjakje en eventueel zelfs al wat meer.

Het leren van Kortjakje is het moeilijkste wat er is en duurt geruime tijd. Kinderen die er erg lang over doen, kunnen later ook heel goede violisten worden. Het gaat er niet om hoe snel het geleerd wordt, maar hoe goed het geleerd wordt, d.w.z. hoe goed het gehoor ontwikkeld wordt, hoe goed de houding en de bewegingen zijn. En ja, ook hoe leuk het kind het vindt om het te doen.

In de Kortjakje-periode doen ouder en kind zaterdags mee aan de klaples en kijken bij de daaropvolgende boek 1-groepsles. De ouders hebben op zaterdag een ouder-groepsles, waar heel veel details van spel en studeren aan de orde komen.

Na Kortjakje worden de individuele lessen wat langer en kan het kind een klein stukje van de boek 1-groepsles meedoen. Naarmate het leerproces vordert, spelen kinderen moeilijker stukken uit opeenvolgende boeken.

 

Studietijd thuis

In het begin studeren de kinderen zo lang als hun concentratieboog dat toestaat. Voor de allerjongsten is dat vaak niet meer dan vijf minuten. De studietijd loopt voor oudere kinderen op tot een uur, afhankelijk van de vorderingen in het repertoire.
Door de uitgekiende methodiek leren de kinderen vanaf het begin ook op hun kleine instrumenten een mooie toon te maken. En daar genieten ze van, want ze kunnen al snel iets moois spelen!

Ouder begeleidt

De ouder heeft thuis de leiding bij het studeren en wordt daarbij ondersteund door de wekelijkse aanwijzingen van de docent.
Tot welke leeftijd de ouder het studeren begeleidt, hangt af van verschillende factoren; meestal is een kind op enig moment in de loop van de puberteit in staat volledig zelfstandig te studeren. Het wordt altijd in overleg tussen leraar, kind en ouder bepaald.

 

Groeplessen

Samen leren, samenspelen

Individuele lessen en groepslessen vullen elkaar aan. De groepslessen zijn dan ook niet vrijblijvend.
In de groepslessen op zaterdag wordt verder gewerkt aan datgene wat in de individuele les en thuis bij het studeren is geleerd. Door het speelse karakter van de lessen en het samenzijn met vriendjes voelen kinderen zich in een heel veilige omgeving. Bovendien leren kinderen veel van elkaar en willen ze graag met elkaar samenspelen. De kinderen worden ingedeeld in niveaugroepen. Zij kunnen altijd ook de les van de vorige groep meespelen. Groepslessen zijn voor kinderen (en ouders) heel stimulerend.

Beginnende kinderen

De zaterdagen beginnen meestal met de groepsles voor de ouders van beginnende kinderen die nog bezig zijn met het leren van het eerste liedje ‘Kortjakje’. Hun kinderen zitten erbij en mogen tekenen of luisteren.
Na de ouder-groepsles volgt de ‘klaples’: bewegingsspelletjes op muziek voor beginnende ouders en kinderen. Na deze les blijven ze vervolgens nog een tijdje luisteren naar de volgende groepsles.

Wanneer de kinderen Kortjakje kunnen spelen, mogen zij meedoen aan de eerste ‘boek 1-groepsles’ die na de klaples komt. Wanneer de tijd daar is stromen de kinderen door naar het volgende niveau. Aan het einde van boek 1 wordt de klaples vervangen door een leesles.

Leeslessen

Bij de leeslessen wordt uitgebreid gewerkt aan het lezen van noten, ritmes en maatsoorten. Het lezen wordt zowel individueel als tijdens groepslessen aangeboden. Met het lezen wordt meestal begonnen aan het eind van boek 1 en afhankelijk van de leeftijd van het kind.

Ensemblelessen

Na enkele jaren worden ook ensemblelessen toegevoegd. Daar worden stukken van buiten het repertoire gespeeld, waarvan de kinderen het klankbeeld dus niet kennen van een cd. Hier moeten ze dus kunnen lezen en zelf een klankbeeld ontwikkelen.

Het lezen is dan al tijdens de zaterdagse leeslessen en individuele lessen geoefend. Ze leren zowel met een dirigent te werken als om zelfstandig als groep op te treden. 

Repertoirestudie

Als kinderen eenmaal gevorderd zijn, start de repertoirestudie met een pianist. Er zijn goede pianisten om de kinderen bij de concerten te begeleiden.

Concertdagen

Optreden voor publiek

Een aantal keer per jaar vindt een concertdag plaats. Het eigenlijke concert duurt ongeveer een uur; de rest van de tijd wordt gevuld met ensemblelessen, groepslessen voor alle violen gezamenlijk (de zgn. grote groepslessen) en het repeteren van de solisten met onze pianisten.

Naast de concertdagen organiseren docenten ook regelmatig kleine concerten voor hun eigen leerlingen. Zo kunnen ook beginnende leerlingen al na enkele vioollessen wennen aan het optreden voor publiek, te beginnen met het maken van een buiging of het spelen van een van de Kortjakje-ritmes.

Wat gebeurt er tijdens een concert

Bij de Suzuki-methode leren de kinderen alle liedjes en stukken uit hun hoofd. Daarom spelen kinderen op concerten ook alles uit hun hoofd. Niet alleen de eenvoudige liedjes, maar ook lange stukken van Vivaldi, Bach, Mozart, Bartók enzovoort. Hoe verder de kinderen zijn, hoe meer stukken zij mee kunnen spelen.

Tijdens de concerten spelen kinderen in een groep, maar ieder kind speelt ook regelmatig een solo.

De meeste concerten vinden binnen plaats, maar op mooie, zomerse dagen ook op buitenlocaties. Een concert is altijd een feestelijke gebeurtenis, een uitje waar de viool de kinderen onderling verbindt.

Docenten

De Accademia heeft vaste viooldocenten; soms assisteren docenten in opleiding.

Regelmatig worden er gastdocenten uit het buitenland uitgenodigd.

Instrumenten

Het is van groot belang dat een kind de juiste maat viool krijgt. De Accademia helpt bij het zoeken naar de juiste kinderviolen en heeft zelf een aantal mooie kinderviolen in bezit.  Op die manier biedt de school de ouders de mogelijkheid hun kind een relatief goed instrument te laten bespelen tegen relatief lage kosten. Ook de ouders die de elementaire technieken van het vioolspel leren, kunnen er een instrument lenen. 

Het spreekt vanzelf dat een instrument altijd in overleg met de docent wordt aangeschaft in verband met grootte en bruikbaarheid.

Veelgestelde vragen

Dat hangt af van de leeftijd en het lesstadium van je kind. Het begint meestal met twintig minuten (waarvan in het begin het grootste deel naar de ouder gaat) en loopt geleidelijk na een aantal jaren op tot een uur per week. De les eindigt met een nabespreking over hoe en wat er geoefend moet worden in die week.

De verschillende lessen duren elk dertig minuten. Inclusief observeren van de volgende les ben je dus op de zaterdag afhankelijk van het lesstadium van het kind ongeveer één tot twee uur aanwezig. De jongste kinderen beginnen om 9 uur.

Nee, je leent een groter instrument.

Dat hangt af van de muzikale ontwikkeling en de leeftijd van je kind. Na een paar jaar les en gehoortraining beginnen de leeslessen. Meestal is dat aan het eind van boek 1. In tegenstelling tot het beeld dat wel eens bestaat over Suzuki-onderwijs, besteedt de Accademia veel aandacht aan het leren noten lezen, ook in verband met het spelen in ensembles.

Bij de aanmelding ontvang je de lopende roosters van de zaterdagse groepslessen. De docent maakt daarnaast afspraken over de individuele lessen. Na aanmelding ontvang je vanzelf alle nieuwsbrieven over afwijkende roosters, evenementen, vakanties, groepslesdagen, concertdagen, feesten en workshops binnen en buiten de Accademia.