Suzuki-methode

Ieder kind heeft talent

Inhoud

Wie was Suzuki?

Shinichi Suzuki (1898-1998) heeft viool gestudeerd in Berlijn en werkte aanvankelijk in zijn eigen land als eerste violist in een strijkkwartet. In de periode voor de Tweede Wereldoorlog was er heel weinig contact tussen Japan en de westerse wereld. Juist in die tijd ontwikkelde hij zijn methode op een heel originele manier, zich niet bewust van de ontwikkelingen die er in dezelfde periode op muziek-pedagogisch gebied waren in Europa en de Verenigde Staten.

Toen de eerste Japanse muziekstudenten aan het eind van de jaren vijftig in Amerika gingen studeren, kwam aan het licht dat er in Japan iets heel bijzonders aan de hand was! Suzuki had vele leraren geschoold in zijn methode en al duizenden jonge kinderen speelden voortreffelijk viool. Dit werd in de westerse wereld opgepakt.

Daarna is de ontwikkeling vrij snel gegaan en ook voor andere instrumenten werd deze methode ontwikkeld: eerst voor cello en piano, daarna ook voor fluit, altviool, gitaar, blokfluit, contrabas en zelfs harp, mandoline en orgel. Bij veel van deze instrumenten wordt deze methode nog verder ontwikkeld en is nog maar een klein begin gepubliceerd. De Suzuki-methode wordt wereldwijd gebruikt om kinderen een instrument te leren bespelen.

Wat is de Suzuki-methode?

Moedertaal

De methode is midden van de 20e eeuw door Shinichi Suzuki ontwikkeld. Hij merkte op dat kinderen hun moedertaal erg vlug aanleren, met weinig kans op mislukking, door dagelijkse herhalingen en oefening. Op een vergelijkbare wijze probeerde hij ook muziek aan te leren. Zijn methode, die hij talent education noemde, berust op dit principe van natuurlijk leren. De methode benadrukt de belevenis van muziek op jonge leeftijd. Hij vatte talent niet op als een vrucht die slechts geoogst hoeft te worden, maar als een zaadje dat bij goede verzorging zal uitgroeien tot een gezonde en levenskrachtige plant. Het is dus aan ouders en leraren om de kinderen te helpen hun talenten te ontwikkelen. Vandaar dat ouders ook een grote rol spelen bij deze leermethode.

Belangrijke onderdelen

De belangrijkste onderdelen van deze leermethode zijn:

  • Jong beginnen (vanaf 3 jaar).
  • Veelvuldig naar muziek luisteren.
  • Leren te spelen alvorens muzieknotatie te leren lezen (moedertaal-methode).
  • Ouders studeren met hun kinderen thuis.
  • Een vast kernrepertoire.
  • Combinatie van individuele les en groepsles.

Waarom de Suzuki-methode?

Ieder kind heeft talent

Uitgangspunt van de methode is dat talent bij alle kinderen ontwikkeld kan worden. Voorwaarde om die talenten te laten groeien is liefdevolle leiding, in de eerste plaats van ouders, maar daarnaast ook van leerkrachten.

Filosofie

De filosofie achter de Suzuki-methode is dat een kind vanaf de babyleeftijd van nature wordt aangetrokken door muziek. Omgekeerd zal zijn muzikaliteit zich het best en makkelijkst ontwikkelen, als deze op jonge leeftijd wordt aangesproken en gestuurd, zoals dat ook bij het leren van de moedertaal gebeurt. Als basisvoorwaarde stelt Suzuki de liefde voor het kind: Nurtured by love heet een van zijn belangrijkste boeken.

Verrijking

Maar Suzuki’s doel was veel breder dan kinderen leren muziek te maken. De verrijking die uitgaat van de gerichte aandacht en waardering voor de prestaties van het kind, zowel van de ouders als van de docenten, de toewijding en discipline die voor het leren bespelen van een instrument nodig zijn, de concentratie die opgebouwd wordt, het ontwikkelen van gevoeligheid voor klank, het contact met andere musicerende kinderen: het zijn allemaal waardevolle aspecten in de opvoeding van een kind.

Doorstromen

Het is niet de bedoeling om van alle kinderen vakmusici te maken, maar in de praktijk blijkt een groter aantal leerlingen door te stromen naar een vakopleiding dan bij traditionele methodes het geval is. Duidelijk is daarmee, dat Suzuki een solide muzikale basis legt.

Bouwstenen

Driehoek kind-ouder-leraar

De belangrijkste bouwsteen van Suzuki is de driehoek kind-ouder-leraar. Zeker als het kind jong is, studeert één van de ouders dagelijks met het kind. Dit wordt altijd in de les voorbereid en besproken.

De toonvorming staat vanaf het begin centraal; souplesse wordt bereikt door concentratie op de kwaliteit van de toon en door de nadruk op gemak en doeltreffendheid van de bewegingen.

Vast repertoire

Belangrijk is ook het vaste repertoire. Er wordt een vast repertoire gebruikt, dat naar behoefte aangevuld kan worden met ander materiaal. Een vast repertoire lijkt misschien saai, maar het blijkt in de praktijk enorme voordelen mee te brengen. Het geeft de kinderen vaste grond onder de voeten. Het brengt mee, dat de kinderen veel stukken blijvend beheersen en deze met steeds meer natuurlijkheid ten gehore kunnen brengen, alleen of met elkaar, op een concertje, in een groepsles of in een workshop. En daar hebben ze enorm veel plezier in.

Groepslessen

Een ander elementair uitgangspunt is, dat de kinderen uitgebreid hun instrument leren bespelen en met andere kinderen leren musiceren, voordat zij beginnen met noten lezen! Een kind leert immers ook eerst spreken, voordat het leert lezen.
Het vaste repertoire helpt kinderen daarbij in de groepslessen al snel met elkaar muziek te maken en zo hun gehoor en hun motoriek te oefenen. En ze leren, net als in een orkest, gezamenlijk het repertoire spelen. Deze uitgangspunten zijn kernachtig beschreven in de titel van één van Suzuki’s boeken: Nurtured by love en in de karakterisering van de methode als talent education.

Nationaal en internationaal

Wereldwijd

Een uniek aspect aan de methode is het wereldwijde karakter ervan: in de hele wereld werkt de Suzuki-methode hetzelfde. Daardoor kunnen leraren, ouders en kinderen uit alle landen direct met elkaar in workshops samen muziek maken. Vreemde talenkennis is helemaal niet nodig om elkaar te begrijpen en goed samen te kunnen spelen: de muziek is hun gezamenlijke taal. Voor jongeren is het fantastisch dat zij zonder meer samen kunnen musiceren dankzij het vaste repertoire. Daarnaast worden natuurlijk ook andere stukken gespeeld. De Accademia Filarmonica Utrecht heeft ook regelmatig gastdocenten uit het buitenland.

Nederland

Bij eendaagse workshops krijgen de kinderen les in groepen van hun eigen niveau en soms zijn er ook masterclasses (openbare individuele lessen). Bij meerdaagse workshops is meestal ruimte voor individuele lessen, orkest en kamermuziek. Buitenlandse gastdocenten maken een workshop extra boeiend. Opvallend is dat er nauwelijks sprake is van een taalbarrière: muziek heft deze kennelijk moeiteloos op.

Workshops in Europa

Het is beslist aan te bevelen om bijvoorbeeld in de zomervakantie een workshop in het buitenland te volgen, waar vaak zeer gerenommeerde docenten lesgeven. Erg ver hoeft u dan niet weg te gaan: u kunt al heel goed in België terecht. Maar ouders en leerlingen van de Accademia hebben ook heel goede tijden beleefd in Zwitserland en Engeland. En wat denkt u van Frankrijk of zelfs Amerika? Voor kinderen en hun ouders zijn dit hele bijzondere ervaringen.

Suzuki-verenigingen in binnen- en buitenland

In veel landen bestaat een landelijke vereniging, zo ook in Nederland: www.suzukimuziek.nl.

In Europa is de European Suzuki Association (ESA) www.europeansuzuki.org verantwoordelijk voor de docentenopleidingen in Europa.

De International Suzuki Association www.internationalsuzuki.org houdt zich vooral bezig met het omvangrijke werk om de Suzuki-boeken up to date te houden en de internationale conferenties te organiseren.